De pers over ‘Kasteel Oosterwijk’

Ruïne-eiland in de vijver

 

Bron: Dagblad Kennemerland 05-06-2012
 
door: Jan Butter

 

Beverwijk – In de vijver aan de Laan der Nederlanden gaan de fundamenten van een kasteel schuil. Niemand weet hoe het er precies uit heeft gezien. Michel Tuin brengt het gebouw in zijn boek ‘Kasteel Oosterwijk’ tot leven: een alleraardigst klein kasteel.

 

Afbeeldingen van kasteel Oosterwijk zijn er niet, behalve enkele niet al te betrouwbare schetsen van de ruïne. Goede beschrijvingen ontbreken. Alleen het archeologisch onderzoek eind jaren ’50 biedt houvast. Indertijd besloot de gemeente Beverwijk de ondergrondse ruïne van de hoofdburcht, aan de rand van de toenmalige nieuwbouwwijk Oosterwijk, te behouden in het eiland in de vijverpartij.


Uit de archeologische vondsten valt gelukkig veel op te maken, zo leert auteur Michel Tuin. Hij gaat in zijn boek de bouwfasen vanaf 1248 langs, de verwoesting in 1351, de herbouw, de verschillende namen (Huis Ter Wijc, kasteel Oosterwijk, Huis te Foreest) en de teloorgang begin 1800. En passant ontvouwt hij een eigen bouwtheorie.

 

Moord
Ook de bewoners komen aan bod, te beginnen met Wouter van Egmond. Hij beschrijft een heuse moord en enkele mooie bodemvondsten, te zien in Museum Kennemerland, en alles in eenvoudige, heldere taal en rijk geïllustreerd.

 

De auteur heeft zijn interpretatie van alle gegevens laten uitwerken tot een tekening van Oosterwijk zoals het er in de vijftiende eeuw in volle glorie uit gezien kan hebben. Een klein en alleraardigst kasteel, bestaande uit twee torens en een binnenterrein waarop een bijgebouw. Het geheel was omringd door een zes meter hoge weermuur en een gracht.
 

De sporen van de voorburcht (boerderij en andere dienstgebouwen) zijn met het graven van de Oosterwijkvijver verloren gegaan. De resten van de hoofdburcht bevinden zich nog in de bodem van het eiland. Deze wijze van bescherming is prijzenswaardig, vindt Michel Tuin. Want op deze manier kunnen vandalen er niet bij.
Als kanttekening plaatst hij er bij dat het eiland ook voor onderhoud lastig te bereiken is. Dat laat zich merken. De begroeiing is hoog opgeschoten tot grote bomen. De wortels zijn niet bevorderlijk voor de ondergrondse overblijfselen, vreest hij.
 

 
terug naar B E S T E L L E N